woensdag 23 december 2009
Minder bedrijven krijgen te maken met verpakkingenbelasting
Van de 4164 bedrijven die nu verpakkingenbelasting betalen en daarvoor een administratie moeten bijhouden, zal ongeveer 30 % (1248 bedrijven) door deze maatregel niet meer met verpakkingenbelasting te maken krijgen. Zij hoeven dan ook geen uitgebreide verpakkingenadministratie meer bij te houden.
Telefonisch wijzigingen doorgeven aan Belastingdienst
Vereenvoudiging bijleenregeling eigen woning
- Termijn eigenwoningreserve van 5 naar 3 jaar
De eigenwoningreserve ontstaat uit de overwaarde als de (oude) woning wordt verkocht en de verkoopopbrengst meer is dan de eigenwoningschuld van die (oude) woning. De vijfjaarstermijn houdt in dat de eigenwoningreserve tot vijf jaar na verkoop van de woning fiscaal relevant blijft. Zowel de burger als de Belastingdienst moeten hier vijf jaar rekening mee houden. Deze termijn wordt bekort tot drie jaar. - Uitbreiden renteaftrek meegefinancierde kosten
Starters op de woningmarkt mogen de rente aftrekken over de lening die is aangegaan om bepaalde kosten te betalen die samenhangen met de hypotheek, zoals afsluitprovisie, notariskosten en taxatiekosten. Doorstromers (dat zijn kopers die een andere woning zoeken en een lege woning achterlaten voor een ander) mochten de rente over deze kosten niet meer aftrekken. Die ongelijkheid vervalt nu door ook doorstromers renteaftrek te geven over een lening voor kosten voor de hypotheek. - Afschaffen goedkoperwonenregeling
De goedkoperwonenregeling is een complexe uitzondering op de bijleenregeling die geldt bij verhuizen naar een goedkoper huis. Bij verhuizen geldt als hoofdregel dat voor het nieuwe huis geen renteaftrek mogelijk is tot het bedrag van de overwaarde die is behaald bij de verkoop van het oude huis. Die regel gold niet bij verhuizing naar een goedkoper huis. In de uitvoering is de regeling dermate complex gebleken (ook vanwege de mogelijke samenloop met andere uitzonderingen) dat is besloten om voortaan ook bij verhuizing naar een goedkopere woning de hoofdregel te volgen.
Meer posten vooringevuld bij de aangifte inkomstenbelasting
- Het inkomen in box 3 van de inkomstenbelasting (sparen en beleggen) wordt nu nog aan de hand van twee peildata, 1 januari en 31 december, vastgesteld. Per 2011 wordt nog slechts één peildatum gehanteerd: 1 januari van het kalenderjaar.;
- Voor de periode van het eigenwoningforfait wordt aangesloten op de gemeentelijke basisadministratie. Daardoor kan de vooringevulde aangifte ook gebruikt gaan worden in verhuisjaren;
- Bij tijdelijke verhuur van de eigen woning wordt voortaan het eigenwoningforfait over het gehele jaar berekend. Dit maakt voorinvulling van het eigenwoningforfait bij tijdelijke verhuur mogelijk. Ter compensatie wordt 70% in plaats van 75% van de huurinkomsten belast.
Kleine banen
Van een kleine baan is sprake ingeval de werknemer jonger is dan 23 jaar en het loon lager is dan een voor die leeftijd geldende loongrens. Zo geldt voor een 22-jarige bijvoorbeeld een grens van € 600 per maand.
Nieuwe werkkostenregeling
Dit forfait wordt aangevuld met nog slechts een beperkt aantal gerichte vrijstellingen voor zakelijke kosten. Er komen gerichte vrijstellingen voor reiskosten, tijdelijke verblijfkosten, cursussen, studiekosten, extraterritoriale kosten en verhuiskosten in het kader van bedrijfsverplaatsing.
Het nieuwe stelsel is dus veel eenvoudiger en heeft daarnaast als voordeel dat een werkgever niet meer per werknemer hoeft bij te houden welke vergoedingen en verstrekkingen zijn gegeven.
Minder regels
Bij het Belastingplan 2010 horen twee wetsvoorstellen die geheel zijn gewijd aan het terugdringen van de administratieve lasten en het opruimen van regels:
- Uniformering loonbegrip, één loonbegrip voor loonbelasting/premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW);
- Fiscale vereenvoudigingswet 2010, waarin onder andere een nieuwe werkkostenregeling en een vereenvoudiging van de bijleenregeling zijn opgenomen.
Staatssecretaris de Jager: “Deze ‘anti-Kafkawetten’ zorgen op termijn voor een structurele lastenreductie van ruim een half miljard euro door een aantal forse vereenvoudigingen.”
De belangrijkste vereenvoudigingen:
- Uniformering loonbegrip (zie factsheet Loonstrookje);
- Nieuwe werkkostenregeling;
- Kleine banen;
- Meer posten vooringevuld in aangifte inkomstenbelasting;
- Vereenvoudiging bijleenregeling eigen woning;
- Telefonisch wijzigingen doorgeven aan Belastingdienst;
- Minder bedrijven krijgen te maken met verpakkingenbelasting.
Vereenvoudigen bijleenregeling eigen woning
Uitbreiden renteaftrek meegefinancierde kosten
Starters op de woningmarkt mogen de rente aftrekken over de lening die is aangegaan om bepaalde kosten te betalen die samenhangen met de hypotheek, zoals afsluitprovisie, notariskosten en taxatiekosten. Doorstromers (dat zijn kopers die een andere woning zoeken en een lege woning achterlaten voor een ander) mochten de rente over deze kosten niet meer aftrekken. Die ongelijkheid vervalt nu door ook doorstromers renteaftrek te geven over een lening voor kosten voor de hypotheek.
Voorbeeld
Luc Schellekens woont op de Herengracht in Amsterdam. Hij heeft zijn appartement gekocht voor € 395.000 en is daarvoor een lening aangegaan van € 400.000 (€ 395.000 voor de woning en € 5.000 afsluitprovisie). Hij was starter en mag dus de rente over de volledige lening aftrekken. Vervolgens verkoopt Luc zijn woning voor € 410.000. Voor de de bijleenregeling heeft Luc een overwaarde van € 10.000. Dan koopt Luc een woning in Den Haag voor € 430.000. Hij betaalt ook € 5.000 afsluitprovisie. Volgens de huidige regel zou Luc nog maar de rente mogen aftrekken over een lening van max. € 420.000 (€ 430.000 - € 10.000). Als hij € 425.000 leent vervalt de renteaftrek dus voor het deel van de lening dat toerekenbaar is aan de betaalde afsluitprovisie. Daar komt vanaf 2010 verandering in. Luc heeft dan wel renteaftrek over € 425.000.
Afschaffen goedkoperwonenregeling
De goedkoperwonenregeling is een complexe uitzondering op de bijleenregeling die geldt bij verhuizen naar een goedkoper huis. Bij verhuizen geldt als hoofdregel dat voor het nieuwe huis geen renteaftrek mogelijk is tot het bedrag van de overwaarde die is behaald bij de verkoop van het oude huis. Die regel gold niet bij verhuizing naar een goedkoper huis. In de uitvoering is de regeling dermate complex gebleken (ook vanwege de mogelijke samenloop met andere uitzonderingen) dat is besloten om voortaan ook bij verhuizing naar een goedkopere woning de hoofdregel te volgen.
Voorbeeld
Stel dat Luc uit het eerste voorbeeld zijn appartement tot een bedrag van € 395.000 een lening is aangegaan (en de afsluitprovisie gewoon uit eigen middelen heeft betaald). Vervolgens verkoopt Luc zijn woning voor € 410.000. Hij behaalt dus een overwaarde van € 15.000. Dan koopt Luc een woning in Den Haag voor € 400.000. Volgens de hoofdregel van de bijleenregeling zou Luc de rente mogen aftrekken over een lening van max. € 385.000 (€ 400.000 - € 15.000). Op grond van de goedkoperwonenregeling mag hij echter de rente aftrekken over een lening van € 395.000 (gelijk aan de schuld voor zijn appartement op de Herengracht). Dat gaat vanaf 2010 veranderen. Dan kan Luc alleen nog de rente aftrekken voorzover hij de woning niet kan betalen uit de overwaarde die hij heeft behaald bij de verkoop van zijn appartement op de Herengracht. Hij mag dus de rente aftrekken over max. € 385.000.
Eigenwoningreserve van 5 naar 3 jaar
De eigenwoningreserve ontstaat uit de overwaarde als de (oude)
woning wordt verkocht en de verkoopopbrengst meer is dan de eigenwoningschuld
van die (oude) woning. De vijfjaarstermijn houdt in dat de eigenwoningreserve tot vijf jaar na verkoop van de woning fiscaal relevant blijft. Zowel de burger als de Belastingdienst moeten hier vijf jaar rekening mee houden. Deze termijn wordt bekort tot drie jaar.
Voorbeeld
Stel dat Luc uit het eerste voorbeeld zijn appartement verkoopt en vervolgens 3,5 jaar ontwikkelingswerk gaat doen in Tanzania. Als hij terugkomt moet hij volgens de huidige regels rekening houden met de overwaarde die hij bij de verkoop van zijn appartement heeft behaald. Dat hoeft vanaf 1 januari 2010 niet meer. Na drie jaar vervalt de eigenwoningreserve en begint hij weer met een schone lei.
Defiscaliseren monumentenvrijstelling overdrachtsbelasting
Verlagen BTW voor schilder- en stukadoorswerk
Deze maatregel sluit aan bij de sinds 1 juli 2009 geldende maatregel van een verlaagd BTW-tarief voor isolatiewerkzaamheden aan woningen.
Verlagen BTW voor schoonmaakwerk in huis
Na tijdelijke verhuur weer hypotheekrenteaftrek
De maatregel geldt voor 2010 en 2011. De Jager neemt met deze ingreep de belemmering weg dat na tijdelijk verhuren van de te koop staande voormalige eigen woning de hypotheekrenteaftrek definitief vervalt.
De maatregel geldt ook als de woning in 2008 of 2009 is verhuurd.
In en om het huis
Loonstrookje
Eenvoudiger loonstrookje voor werkgever én werknemer
Het loonstrookje wordt voor zowel werkgever als werknemer eenvoudiger. Er komt één loonbegrip voor loonbelasting/premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW). Nu worden nog verschillende definities en berekeningen gehanteerd. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris de Jager van Financiën, minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
'Dit is een historische stap. Er wordt al tientallen jaren geroepen om één loonbegrip. Ik ben verheugd dat we in deze kabinetsperiode de stap naar een veel eenvoudiger loonstrookje hebben kunnen zetten', aldus staatssecretaris de Jager.
Loonstrook
Voor de werknemer wordt de loonstrook eenvoudiger doordat deze korter en duidelijker wordt, de verschillende ingewikkelde tussenberekeningen tussen bruto- en nettoloon vervallen en de correcties bij meerdere dienstbetrekkingen komen te vervallen.
Forse vermindering administratieve lasten
Voor de werkgever zullen de administratieve lasten fors kunnen afnemen. Er is sprake van een administratieve lastenreductie van € 380 miljoen.
De lastenverlichting voor werkgevers wordt bereikt door de volgende maatregelen:
- De verplichte inkomensafhankelijke bijdrage ZVW komt te vervallen. Daarvoor in de plaats komt ZVW werkgeversheffing die geen eigen premiegrens meer kent maar meeloopt met de premiegrens voor de werknemersverzekeringen;
- Doordat de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW wordt vervangen door een ZVW werkgeversheffing verdwijnt ook de inwikkelde teruggave van te veel betaalde ZVW premie bij meerdere dienstbetrekkingen;
- Het werknemersdeel WW-premie wordt helemaal afgeschaft en komt dus niet meer voor in de loonadministratie;
- Geen verschil meer tussen de loonheffing en premieheffing over bijtelling privégebruik auto en levensloopinleg en -opname;
- De franchise WW wordt afgeschaft. Voor de WW-premie hoeven hierdoor geen aparte gegevens meer bijgehouden te worden.Budgettair
De maatregelen in dit wetsvoorstel zijn budgettair neutraal voor de schatkist en lastenneutraal voor burgers en bedrijfsleven
Laag btw
Staatssecretaris De Jager heeft zich in Brussel ingespannen voor de versoepeling van de regels voor btw. Mede daarom kunnen ondernemers btw die ze in het buitenland hebben betaald, straks terugvragen via de Nederlandse belastingdienst. Daarnaast gaat het verlaagde btw-tarief van 6 procent gelden voor een aantal nieuwe categorieën. Naast deze maatregelen worden twee btw-vrijstellingen aangepast.
Schilder- en stukadoorswerk
Het tijdelijke verlaagde tarief voor schilderen en stukadoren wordt structureel gemaakt en verruimd. Staatssecretaris De Jager versoepelt de voorwaarde: het huis hoeft slechts 2 jaar of ouder te zijn, dit was 15 jaar of ouder.
Deze versoepeling treedt al op 15 september 2009 in werking.
Digitale informatie
Steeds meer lesmateriaal verschijnt in digitale vorm. Daarom maakt staatssecretaris De Jager het makkelijker digitale educatieve informatie aan te schaffen. Het btw-tarief op bijvoorbeeld educatieve cd-roms gaat omlaag van 19 naar 6 procent. Ook cursussen op dvd en lesmateriaal op andere fysieke gegevensdragers vallen voortaan onder het verlaagde tarief. Tot dusver was het verlaagde BTW-tarief alleen van toepassing op boeken op schrift. Educatieve content die wordt gedownload valt niet onder dit verlaagde tarief omdat de Europese BTW-richtlijn dit niet mogelijk maakt. Luisterboeken komen wel onder het verlaagde tarief te vallen.
Schoonmaakwerk
Schoonmaakwerk in huis wordt onder het verlaagde btw-tarief van 6 procent gebracht. Professionele bedrijven krijgen met de btw-verlaging een betere kans op de particuliere markt en de arbeidsmarkt voor huishoudelijk werk wordt gestimuleerd.
Vervoer
Vervoer per tuktuk, motor- en fietstaxi wordt aantrekkelijker. Wie hier gebruik van maakt, hoeft voortaan geen 19 maar slechts 6 procent btw te betalen. Hiermee wordt vervoer via deze middelen gelijkgesteld met het vervoer per gewone taxi.
Aanpassing BTW- vrijstelling beroepsonderwijs
De huidige btw-vrijstelling voor het beroepsonderwijs wordt in overeenstemming gebracht met de Europese btw-richtlijn. Dit houdt in dat naast wettelijk geregeld beroepsonderwijs de btw-vrijstelling ook geldt als de beroepsopleiding wordt verstrekt door een erkende instelling die is ingeschreven in het Register Kort Beroepsonderwijs. Erkenning zal plaatsvinden door een onafhankelijk certificeringinstituut.
Uitbreiding BTW- vrijstelling jeugdzorg
De btw-vrijstelling voor het verlenen van jeugdzorg wordt uitgebreid. Voortaan zijn commerciële aanbieders van het verlenen van jeugdzorg ook vrijgesteld van btw. In de huidige situatie zijn alleen niet-winstbeogende instellingen vrijgesteld.
Stimulering DGA
Doorschuifregeling bij schenken en vererven aanmerkelijkbelangaandelen
Een belastingclaim mag geen hindernis zijn bij een bedrijfsopvolging. In de inkomstenbelasting wordt het mogelijk om bij schenking van een aanmerkelijk belang (meer dan 5% van de aandelen in een onderneming) gebruik te maken van een doorschuifregeling. Nu kan dat alleen bij het vererven van een aanmerkelijk belang.
Het invoeren van deze doorschuifregeling geeft uitvoering aan een breed gedragen wens van het bedrijfsleven.
De doorschuifregeling bij schenken van aanmerkelijkbelang-aandelen geldt alleen voor zover de bv waarvan deze aandelen worden doorgeschoven een materiële onderneming drijft. Dit vereiste gaat ook gelden voor de doorschuifregeling bij vererven van aanmerkelijkbelangaandelen. Voor bestaande situaties met houdstermaatschappijen waarvan in het kader van een bedrijfsopvolging de werkmaatschappij is overgedragen tegen schuldigerkenning wordt een overgangsmaatregel getroffen.
De doorschuifregeling bij vererven van aanmerkelijkbelang-aandelen is dus niet meer van toepassing bij beleggingsvermogen. Bij vererving van een aanmerkelijk belang zal er ter zake van het beleggingsvermogen moeten worden afgerekend. Een tegemoetkoming is opgenomen voor de situatie waarin kort na het overlijden het beleggingsvermogen wordt uitgekeerd in de vorm van dividend. Dit dividend wordt op verzoek niet belast, mits het dividend wordt afgeboekt op de verkrijgingsprijs van de krachtens erfrecht verkregen aandelen.
Voor de situatie waarbij de aanmerkelijkbelangaandelen worden overgedragen waarbij de tegenprestatie schuldig wordt gebleven door de verkrijger, wordt de betalingsregeling verruimd. Het hoeft niet langer te gaan om overdracht binnen de familiekring. Verder wordt een betalingsregeling ingevoerd in de volgende situatie. Ingeval niet de DGA zelf maar zijn houdstervennootschap de aandelen voor een lagere prijs dan de waarde in het economische verkeer overdraagt, wordt bij de DGA een dividenduitdeling geconstateerd. Dit is een regulier voordeel waarop de doorschuifregeling niet kan worden toegepast. Daarom wordt voor deze situaties geregeld dat voor de inkomstenbelastingheffing die samenhangt met de dividenduitdeling uitstel van betaling kan worden verkregen.
Verbetering terbeschikkingstellingsregeling
Een DGA die vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan zijn BV wordt daarvoor belast in box 1 van de inkomstenbelasting. De Jager verzacht deze al langer bestaande terbeschikkingstellingsregeling op een aantal punten:
- Een ter beschikking gesteld pand kan worden ingebracht in de bv zonder heffing van inkomstenbelasting (door middel van doorschuiving van de boekwaarde) en zonder de heffing van overdrachtsbelasting. Voorwaarde is dat de inbreng plaatsvindt in 2010;
- De terbeschikkingsteller krijgt een faciliteit die vergelijkbaar is met de MKB-winstvrijstelling;
- De terbeschikkingsteller krijgt recht op toepassing van de herinvesteringsreserve en de kostenegalisatiereserve;
- De betalingsfaciliteit voor de terbeschikkingstellingsregeling wordt versoepeld. Het vereiste dat de belastingschuldige over onvoldoende middelen beschikt om de belasting te voldoen, de zogenaamde vermogenstoets, vervalt.
Versoepeling gebruikelijkloonregeling
Een DGA die werkzaamheden verricht voor de bv valt onder de loon- en inkomstenbelasting. Voor de hoogte van het loon wordt uitgegaan van het zogenoemde gebruikelijk loon, de in de markt gebruikelijke beloning voor vergelijkbare arbeid. De gebruikelijkloonregeling is straks niet meer van toepassing als het gebruikelijk loon niet hoger is dan € 5000 per jaar. In deze gevallen hoeft er dan geen loonadministratie te worden opgezet, uiteraard tenzij de bv feitelijk loon betaalt.
Verruimen faciliteiten milieu- en energie-investeringen
Vergroten liquiditeit
Verruimen verliesverrekening
De Jager maakt een tijdelijke verruiming van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting (carry back) mogelijk. Dit houdt in dat de mogelijkheid tot huidige terugwenteling van verliezen van één jaar tijdelijk wordt verlengd tot drie jaar. In ruil hiervoor wordt dan de huidige voorwaartse verliesverrekening van negen jaar ingekort tot zes jaar. Deze maatregel gaat gelden voor de belastingjaren 2009 en 2010.
Verlenging versnelde mogelijkheid tot afschrijving
De tijdelijke regeling voor versnelde afschrijving wordt verlengd. Voor investeringen in bedrijfsmiddelen in 2009 was versnelde afschrijving al mogelijk. De Jager verlengt deze maatregel met 1 jaar. Dit betekent dat ook investeringen die gedaan zijn in 2010 in 2 jaar kunnen worden afgeschreven. (maximaal 50% in 2010 en maximaal 50% in 2011).
Verruimen S&O-faciliteiten
Werkgevers kunnen een afdrachtvermindering van loonbelasting krijgen voor werknemers die speur- en ontwikkelingswerk (S&O) verrichten. In de huidige situatie kan de S&O-inhoudingsplichtige een afdrachtvermindering van 50% toepassen op het totale S&O-loon tot een grens van van € 150.000. Voor het meerdere geldt een afdrachtvermindering van 18%. Voor het jaar 2010 wordt de grens van € 150.000 tijdelijk verhoogd tot € 220.000, waardoor een S&O-inhoudingsplichtige over een groter deel van het S&O-loon het verhoogde percentage afdrachtvermindering kan toepassen.
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) met 29% verruimd
Gerichte zelfstandigenaftrek
Verhogen MKB-winstvrijstelling
Deeltijdondernemer voortaan ook MKB-winstvrijstelling
Voortaan bestaat dus recht op de MKB-winstvrijstelling ongeacht het aantal uren dat aan een onderneming wordt besteed. Hybride ondernemers (mensen die naast een baan een onderneming hebben) en deeltijdondernemers (zonder baan ernaast) kunnen daardoor ook gebruik maken van de winstvrijstelling. Door het afschaffen van het urencriterium wordt het aantrekkelijker om een onderneming te starten in deeltijd of naast een baan.
De maatregel past daarmee in het kabinetsbeleid om de overgang van een uitkering of van een baan naar ondernemerschap makkelijker te maken.
Van octrooibox naar innovatiebox
De verruimingen op een rij
- De grondslag in de innovatiebox wordt aanzienlijk verruimd. Voortaan vallen alle winsten behaald met innovatieve activiteiten onder het lage tarief. In de huidige situatie is het lage tarief alleen mogelijk bij winsten tot € 400.000. Dit maakt de box aantrekkelijk voor software en bedrijfsgeheimen.;
- Het tarief voor de vennootschapsbelasting voor innovatieve activiteiten wordt verlaagd van 10% naar 5%.;
- Verliezen op innovatieve activiteiten worden aftrekbaar tegen het normale tarief van 25,5% in plaats van het verlaagde tarief.
Meer ondernemen
Ondernemers zijn de motor van onze economie. Staatsecretaris De Jager wil ondernemerschap bevorderen en daarbij ook het starten en doorgroeien van ondernemingen stimuleren. De Jager kondigt in het Belastingplan 2010 een groot aantal fiscale maatregelen aan om ondernemerschap aantrekkelijk te maken en te houden.
woensdag 20 mei 2009
Wijzigingen belastingheffing 2009
MvF_Belastingen_in_2009.pdf
Een Bentley van de zaak: zakelijk of decadent?
Antwoord
Nee dat kan ik niet. U geeft zelf al aan dat de aanschaf van uw Bentley niet voor 100% zakelijk gemotiveerd is, en die schatting lijkt ons beiden aan de voorzichtige kant.
De belastingrechter is de laatste jaren steeds strenger geworden bij de beoordeling van gemengde uitgaven in een eenpersoonsvennootschap. Dat is een BV waarvan alle aandelen in handen zijn van één persoon, de DGA. Zoals in uw situatie. De DGA van zo’n BV heeft de mogelijkheid om in de BV uitgaven te doen die zakelijk nuttig zijn, maar die privé ook erg leuk uitpakken. Zoals de aanschaf van een exclusieve auto. Die is nuttig en nodig voor zakelijke ritten, denk aan het bezoeken van relaties en het woon-werkverkeer, en het rijden in zo’n auto is voor de DGA geen straf.
Bij de beoordeling van zo’n uitgave is het motief van de uitgave van groot belang. Waarom koopt de ondernemer – de eenpersoons-BV – zo’n luxe auto? Uitgaven die de BV doet met het oog op de zakelijke belangen zijn zonder meer als kosten op te voeren. De noodzaak voor zo’n uitgave speelt geen enkele rol, het gaat om het motief van de uitgave. Hierbij geldt dat de inspecteur het bedrijfsbeleid van de ondernemer niet mag beoordelen. Hij mag de efficiency van de uitgave niet ter discussie stellen, hij mag uitsluitend het motief beoordelen. Dat geeft de ondernemer met een eenpersoons-BV een ruime marge van handelen, maar er zijn grenzen. En de rechter heeft die grenzen getrokken, in een serie van rechterlijke uitspraken. Die uitspraken gaan over Cessna’s, maar ook over renpaarden als middel voor reclame voor de bedrijfsactiviteiten van de BV. De stand van zaken in de rechtspraak is als volgt. Als de BV een uitgave doet waarmee zakelijke belangen én de persoonlijke belangen van de DGA zijn gediend, is in beginsel sprake van een kostenpost. Maar dat ligt anders als er sprake is van een wanverhouding, als vaststaat dat die uitgave nooit tot een positieve bijdrage aan het bedrijfsresultaat zal leiden. Bij zo’n uitgave zegt de belastingrechter “kan geen redelijk oordelend ondernemer volhouden dat hij die uitgave heeft gedaan met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming”. In feite toetst de rechter de efficiency van de uitgave, maar de formulering van de uitspraak koppelt aan het motief daarvan. Zo’n wanverhouding is direct herkenbaar: er is sprake van een kosten-batenanalyse die per definitie negatief uitpakt. Dat criterium biedt geen soelaas bij gemengde uitgaven met een moeilijk meetbare directe opbrengst. Zoals de aanschaf van een dure auto. Daar heeft de Hoge Raad een paar jaar geleden een meer gedetailleerd criterium voor gegeven. Als de uitgave een zakelijk doel heeft, is sprake van kosten tenzij blijkt dat die uitgav e mede is ingegeven om de persoonlijke behoeften van de DGA te bevredigen. Dat laatste gedeelte van de uitgave ontbeert het vereiste zakelijke motief en dat is daarom geen kostenpost, maar een uitdeling van winst.
Mij lijkt dat in uw situatie met de aanschaf van de Bentley een knip in de uitgave moet worden aangebracht: een deel heeft een zakelijk motief, een ander deel een overduidelijk privé motief. Waar die scheidslijn in uw situatie ligt, valt op afstand moeilijk te zeggen. Ik raad u aan om deze zaak vooraf met de inspecteur te bespreken. Voor uw belastingadviseur is het een mooie uitdaging om uw Bentley als zakelijke uitgave aangemerkt te krijgen.
Bron: BelastingBelangen Augustus 2008
Copyright: BelastingBelangen
Link: http://www.belastingbelangen.nl/
dinsdag 19 mei 2009
Gefactureerde BTW: gegronde twijfel
De ondernemer die zijn klanten BTW in rekening brengt, moet die BTW tijdig aan de schatkist afdragen. Doet hij dat niet, dan volgt al snel een naheffingsaanslag mét boete.
Maar als de ondernemer twijfelt over de vraag of hij wel BTW verschuldigd is over de door hem verrichte diensten, en zijn adviseur die twijfel niet kan wegnemen en de zaak voorlegt aan de bevoegde inspecteur, dan moet bij naheffing een boete achterwege blijven.
‘Aan het Werk’, een samenwerkingsverband van arbeidsdeskundigen en medisch instellingen, startte in maart 2001 met de exploitatie van een arbeidskundig adviesbureau. De werkzaamheden van het bureau bestonden voor een groot deel uit het uitvoeren van diagnoses, op medisch, psychisch en arbeidskundig terrein. Onduidelijk was of voor die werkzaamheden de BTW-vrijstelling voor medische dienstverlening van toepassing was. De belastingadviseur van het adviesbureau legde die vraag voor aan de bevoegde inspecteur. ‘Aan het Werk’ declareerde haar werkzaamheden voorlopig mét BTW aan haar afnemers, maar die BTW droeg zij niet af aan de fiscus, in afwachting van het definitieve standpunt van de inspecteur. Zij diende wel aangiften omzetbelasting in, met een af te dragen bedrag van nihil; in de aangiften claimde zij géén aftrek van voorbelasting.
In januari 2002 deelde de inspecteur mee dat de BTW-vrijstelling niet van toepassing was op de volledige dienstverlening van ‘Aan het Werk’. Afgesproken werd dat het adviesbureau over 2001 en 2002 een gesplitste jaarrekening zou opmaken met een BTW-belaste en een BTW-vrijgestelde omzet. De belastingadviseur zou die splitsing en de toerekening van de BTW-vooraftrek kritisch bezien en de afdracht van de per saldo verschuldigde BTW begeleiden. In maart 2003 werd de concept jaarrekening over 2002 afgerond. De belastingadviseur verzond die maand een memo naar de inspecteur, met daarin een toelichting op de ultimo 2002 op de balans opgevoerde schuld inzake de nog af te dragen BTW.
In juli 2004, toen nog steeds geen afdracht had plaatsgevonden, legde de inspecteur een naheffingsaanslag op (tot een bedrag van € 119.972), met een boete van 25%. Volgens de inspecteur was het aan grove schuld van het adviesbureau te wijten dat de verschuldigde BTW nog steeds niet was afgedragen. Belanghebbende had haar diensten mét BTW gefactureerd, en dan verplicht de wet om die BTW tijdig af te dragen, zelfs als later blijkt dat de BTW niet verschuldigd is. Het uitstellen van die afdracht was verwijtbaar als grove schuld.
Rechtbank Haarlem was het daarmee eens. De Rechtbank vond 25% boete ‘passend en geboden’. Hof Amsterdam kwam in hoger beroep tot een veel coulanter uitspraak. Belanghebbende kon geen grove schuld worden verweten. Zij had gegronde redenen om te betwijfelen of de door haar verrichte diensten mét BTW moesten worden gefactureerd. Zij had die vraag voorgelegd aan de Belastingdienst, en toen die beantwoord was had zij de uitwerking van de met de inspecteur gemaakte afspraken overgelaten aan haar adviseur.
Het vermelden van BTW op de uitgereikte facturen zonder die BTW op aangifte te voldoen vond het Hof onvoldoende reden om grove schuld aanwezig te achten. Het Hof vernietigde de boete.
Commentaar
De omzetbelasting hanteert een eenvoudig principe: gefactureerde omzetbelasting is per definitie verschuldigd. De wet kent daarvoor een speciale vangnetbepaling, inhoudende dat wanneer een ondernemer – maar ook een particulier! – op een door hem verstrekte factuur “op enigerlei wijze melding maakt van omzetbelasting” hij die omzetbelasting verschuldigd is. Ook als later blijkt dat die belasting volgens de reguliere regels van de BTW niet verschuldigd is. Op grond van deze regeling had de belanghebbende in deze procedure de door haar gefactureerde BTW al lang moeten afdragen aan de schatkist. Dat zij dat niet gedaan heeft, vindt de Amsterdamse belastingrechter in de gegeven situatie terecht niet verwijtbaar. Daarmee blijft het principe van ‘gefactureerde omzetbelasting is verschuldigd’ in stand, maar bij gegronde twijfel aan die BTW-afdracht moet een boete bij naheffing achterwege blijven.
Copyright: BelastingBelangen
Link: http://www.belastingbelangen.nl