Een bedrijf dat verpakkingen op de markt brengt is belastingplichtig, maar hoeft op grond van de huidige regels geen belasting te betalen als het 15.000 kilo of minder verpakkingen op de markt brengt. Deze grens komt bij 50.000 kilo te liggen. Een bedrijf betaalt dan pas belasting vanaf 50.000 kilo verpakkingen.
Van de 4164 bedrijven die nu verpakkingenbelasting betalen en daarvoor een administratie moeten bijhouden, zal ongeveer 30 % (1248 bedrijven) door deze maatregel niet meer met verpakkingenbelasting te maken krijgen. Zij hoeven dan ook geen uitgebreide verpakkingenadministratie meer bij te houden.
woensdag 23 december 2009
Telefonisch wijzigingen doorgeven aan Belastingdienst
Burgers kunnen in de loop van 2010 ook telefonisch een wijziging van hun voorlopige teruggaaf of hun te betalen voorlopige aanslag doorgeven.
Vereenvoudiging bijleenregeling eigen woning
De bijleenregeling wordt op 3 punten vereenvoudigd:
- Termijn eigenwoningreserve van 5 naar 3 jaar
De eigenwoningreserve ontstaat uit de overwaarde als de (oude) woning wordt verkocht en de verkoopopbrengst meer is dan de eigenwoningschuld van die (oude) woning. De vijfjaarstermijn houdt in dat de eigenwoningreserve tot vijf jaar na verkoop van de woning fiscaal relevant blijft. Zowel de burger als de Belastingdienst moeten hier vijf jaar rekening mee houden. Deze termijn wordt bekort tot drie jaar. - Uitbreiden renteaftrek meegefinancierde kosten
Starters op de woningmarkt mogen de rente aftrekken over de lening die is aangegaan om bepaalde kosten te betalen die samenhangen met de hypotheek, zoals afsluitprovisie, notariskosten en taxatiekosten. Doorstromers (dat zijn kopers die een andere woning zoeken en een lege woning achterlaten voor een ander) mochten de rente over deze kosten niet meer aftrekken. Die ongelijkheid vervalt nu door ook doorstromers renteaftrek te geven over een lening voor kosten voor de hypotheek. - Afschaffen goedkoperwonenregeling
De goedkoperwonenregeling is een complexe uitzondering op de bijleenregeling die geldt bij verhuizen naar een goedkoper huis. Bij verhuizen geldt als hoofdregel dat voor het nieuwe huis geen renteaftrek mogelijk is tot het bedrag van de overwaarde die is behaald bij de verkoop van het oude huis. Die regel gold niet bij verhuizing naar een goedkoper huis. In de uitvoering is de regeling dermate complex gebleken (ook vanwege de mogelijke samenloop met andere uitzonderingen) dat is besloten om voortaan ook bij verhuizing naar een goedkopere woning de hoofdregel te volgen.
Meer posten vooringevuld bij de aangifte inkomstenbelasting
Dit jaar heeft een proef plaatsgevonden met de vooringevulde aangifte. De vooringevulde aangifte maakt het voor burgers makkelijker om aangifte inkomstenbelasting te doen. De Belastingdienst werkt daarom aan het voorinvullen van meer posten van de aangifte. Om dit mogelijk te maken, worden onder andere de volgende maatregelen voorgesteld:
- Het inkomen in box 3 van de inkomstenbelasting (sparen en beleggen) wordt nu nog aan de hand van twee peildata, 1 januari en 31 december, vastgesteld. Per 2011 wordt nog slechts één peildatum gehanteerd: 1 januari van het kalenderjaar.;
- Voor de periode van het eigenwoningforfait wordt aangesloten op de gemeentelijke basisadministratie. Daardoor kan de vooringevulde aangifte ook gebruikt gaan worden in verhuisjaren;
- Bij tijdelijke verhuur van de eigen woning wordt voortaan het eigenwoningforfait over het gehele jaar berekend. Dit maakt voorinvulling van het eigenwoningforfait bij tijdelijke verhuur mogelijk. Ter compensatie wordt 70% in plaats van 75% van de huurinkomsten belast.
Kleine banen
Kleine banen van jongeren worden per 2010 vrijgesteld van premieheffing voor de werknemersverzekeringen en van de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. Per 2011 wordt ook de loonheffing op nul procent gezet. De werkgeverslasten voor kleine banen worden hiermee sterk verminderd. En voor de jongeren zelf betekent dit dat er op termijn geen Tj-biljet meer hoeft te worden ingevuld om de te veel betaalde loonheffing terug te krijgen.
Van een kleine baan is sprake ingeval de werknemer jonger is dan 23 jaar en het loon lager is dan een voor die leeftijd geldende loongrens. Zo geldt voor een 22-jarige bijvoorbeeld een grens van € 600 per maand.
Van een kleine baan is sprake ingeval de werknemer jonger is dan 23 jaar en het loon lager is dan een voor die leeftijd geldende loongrens. Zo geldt voor een 22-jarige bijvoorbeeld een grens van € 600 per maand.
Nieuwe werkkostenregeling
Het systeem van vrije vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers wordt sterk vereenvoudigd. Deze vereenvoudiging komt tegemoet aan een veel gehoorde wens van werkgevers. Op dit moment zijn er 29 categorieën vergoedingen en verstrekkingen waarvoor allemaal aparte regels gelden, zoals bijvoorbeeld werkkleding, kerstpakketten, laptops, fietsen en bedrijfsfitness. De nieuwe werkkostenregeling heeft een forfaitair karakter. Er komt een forfaitaire vrijstelling van 1,5% van de fiscale loonsom. Tot een maximum van 1,5% van het loon is de werkgever dus vrij om onbelast vergoedingen en verstrekkingen aan zijn werknemers te geven.
Dit forfait wordt aangevuld met nog slechts een beperkt aantal gerichte vrijstellingen voor zakelijke kosten. Er komen gerichte vrijstellingen voor reiskosten, tijdelijke verblijfkosten, cursussen, studiekosten, extraterritoriale kosten en verhuiskosten in het kader van bedrijfsverplaatsing.
Het nieuwe stelsel is dus veel eenvoudiger en heeft daarnaast als voordeel dat een werkgever niet meer per werknemer hoeft bij te houden welke vergoedingen en verstrekkingen zijn gegeven.
Dit forfait wordt aangevuld met nog slechts een beperkt aantal gerichte vrijstellingen voor zakelijke kosten. Er komen gerichte vrijstellingen voor reiskosten, tijdelijke verblijfkosten, cursussen, studiekosten, extraterritoriale kosten en verhuiskosten in het kader van bedrijfsverplaatsing.
Het nieuwe stelsel is dus veel eenvoudiger en heeft daarnaast als voordeel dat een werkgever niet meer per werknemer hoeft bij te houden welke vergoedingen en verstrekkingen zijn gegeven.
Minder regels
www.minfin.nl/belastingplan2010
Bij het Belastingplan 2010 horen twee wetsvoorstellen die geheel zijn gewijd aan het terugdringen van de administratieve lasten en het opruimen van regels:
Staatssecretaris de Jager: “Deze ‘anti-Kafkawetten’ zorgen op termijn voor een structurele lastenreductie van ruim een half miljard euro door een aantal forse vereenvoudigingen.”
De belangrijkste vereenvoudigingen:
Bij het Belastingplan 2010 horen twee wetsvoorstellen die geheel zijn gewijd aan het terugdringen van de administratieve lasten en het opruimen van regels:
- Uniformering loonbegrip, één loonbegrip voor loonbelasting/premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW);
- Fiscale vereenvoudigingswet 2010, waarin onder andere een nieuwe werkkostenregeling en een vereenvoudiging van de bijleenregeling zijn opgenomen.
Staatssecretaris de Jager: “Deze ‘anti-Kafkawetten’ zorgen op termijn voor een structurele lastenreductie van ruim een half miljard euro door een aantal forse vereenvoudigingen.”
De belangrijkste vereenvoudigingen:
- Uniformering loonbegrip (zie factsheet Loonstrookje);
- Nieuwe werkkostenregeling;
- Kleine banen;
- Meer posten vooringevuld in aangifte inkomstenbelasting;
- Vereenvoudiging bijleenregeling eigen woning;
- Telefonisch wijzigingen doorgeven aan Belastingdienst;
- Minder bedrijven krijgen te maken met verpakkingenbelasting.
Vereenvoudigen bijleenregeling eigen woning
De bijleenregeling wordt op 3 punten vereenvoudigd. Staatssecretaris De Jager komt daarmee tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer om de regeling minder complex te maken.
Uitbreiden renteaftrek meegefinancierde kosten
Starters op de woningmarkt mogen de rente aftrekken over de lening die is aangegaan om bepaalde kosten te betalen die samenhangen met de hypotheek, zoals afsluitprovisie, notariskosten en taxatiekosten. Doorstromers (dat zijn kopers die een andere woning zoeken en een lege woning achterlaten voor een ander) mochten de rente over deze kosten niet meer aftrekken. Die ongelijkheid vervalt nu door ook doorstromers renteaftrek te geven over een lening voor kosten voor de hypotheek.
Voorbeeld
Luc Schellekens woont op de Herengracht in Amsterdam. Hij heeft zijn appartement gekocht voor € 395.000 en is daarvoor een lening aangegaan van € 400.000 (€ 395.000 voor de woning en € 5.000 afsluitprovisie). Hij was starter en mag dus de rente over de volledige lening aftrekken. Vervolgens verkoopt Luc zijn woning voor € 410.000. Voor de de bijleenregeling heeft Luc een overwaarde van € 10.000. Dan koopt Luc een woning in Den Haag voor € 430.000. Hij betaalt ook € 5.000 afsluitprovisie. Volgens de huidige regel zou Luc nog maar de rente mogen aftrekken over een lening van max. € 420.000 (€ 430.000 - € 10.000). Als hij € 425.000 leent vervalt de renteaftrek dus voor het deel van de lening dat toerekenbaar is aan de betaalde afsluitprovisie. Daar komt vanaf 2010 verandering in. Luc heeft dan wel renteaftrek over € 425.000.
Afschaffen goedkoperwonenregeling
De goedkoperwonenregeling is een complexe uitzondering op de bijleenregeling die geldt bij verhuizen naar een goedkoper huis. Bij verhuizen geldt als hoofdregel dat voor het nieuwe huis geen renteaftrek mogelijk is tot het bedrag van de overwaarde die is behaald bij de verkoop van het oude huis. Die regel gold niet bij verhuizing naar een goedkoper huis. In de uitvoering is de regeling dermate complex gebleken (ook vanwege de mogelijke samenloop met andere uitzonderingen) dat is besloten om voortaan ook bij verhuizing naar een goedkopere woning de hoofdregel te volgen.
Voorbeeld
Stel dat Luc uit het eerste voorbeeld zijn appartement tot een bedrag van € 395.000 een lening is aangegaan (en de afsluitprovisie gewoon uit eigen middelen heeft betaald). Vervolgens verkoopt Luc zijn woning voor € 410.000. Hij behaalt dus een overwaarde van € 15.000. Dan koopt Luc een woning in Den Haag voor € 400.000. Volgens de hoofdregel van de bijleenregeling zou Luc de rente mogen aftrekken over een lening van max. € 385.000 (€ 400.000 - € 15.000). Op grond van de goedkoperwonenregeling mag hij echter de rente aftrekken over een lening van € 395.000 (gelijk aan de schuld voor zijn appartement op de Herengracht). Dat gaat vanaf 2010 veranderen. Dan kan Luc alleen nog de rente aftrekken voorzover hij de woning niet kan betalen uit de overwaarde die hij heeft behaald bij de verkoop van zijn appartement op de Herengracht. Hij mag dus de rente aftrekken over max. € 385.000.
Eigenwoningreserve van 5 naar 3 jaar
De eigenwoningreserve ontstaat uit de overwaarde als de (oude)
woning wordt verkocht en de verkoopopbrengst meer is dan de eigenwoningschuld
van die (oude) woning. De vijfjaarstermijn houdt in dat de eigenwoningreserve tot vijf jaar na verkoop van de woning fiscaal relevant blijft. Zowel de burger als de Belastingdienst moeten hier vijf jaar rekening mee houden. Deze termijn wordt bekort tot drie jaar.
Voorbeeld
Stel dat Luc uit het eerste voorbeeld zijn appartement verkoopt en vervolgens 3,5 jaar ontwikkelingswerk gaat doen in Tanzania. Als hij terugkomt moet hij volgens de huidige regels rekening houden met de overwaarde die hij bij de verkoop van zijn appartement heeft behaald. Dat hoeft vanaf 1 januari 2010 niet meer. Na drie jaar vervalt de eigenwoningreserve en begint hij weer met een schone lei.
Uitbreiden renteaftrek meegefinancierde kosten
Starters op de woningmarkt mogen de rente aftrekken over de lening die is aangegaan om bepaalde kosten te betalen die samenhangen met de hypotheek, zoals afsluitprovisie, notariskosten en taxatiekosten. Doorstromers (dat zijn kopers die een andere woning zoeken en een lege woning achterlaten voor een ander) mochten de rente over deze kosten niet meer aftrekken. Die ongelijkheid vervalt nu door ook doorstromers renteaftrek te geven over een lening voor kosten voor de hypotheek.
Voorbeeld
Luc Schellekens woont op de Herengracht in Amsterdam. Hij heeft zijn appartement gekocht voor € 395.000 en is daarvoor een lening aangegaan van € 400.000 (€ 395.000 voor de woning en € 5.000 afsluitprovisie). Hij was starter en mag dus de rente over de volledige lening aftrekken. Vervolgens verkoopt Luc zijn woning voor € 410.000. Voor de de bijleenregeling heeft Luc een overwaarde van € 10.000. Dan koopt Luc een woning in Den Haag voor € 430.000. Hij betaalt ook € 5.000 afsluitprovisie. Volgens de huidige regel zou Luc nog maar de rente mogen aftrekken over een lening van max. € 420.000 (€ 430.000 - € 10.000). Als hij € 425.000 leent vervalt de renteaftrek dus voor het deel van de lening dat toerekenbaar is aan de betaalde afsluitprovisie. Daar komt vanaf 2010 verandering in. Luc heeft dan wel renteaftrek over € 425.000.
Afschaffen goedkoperwonenregeling
De goedkoperwonenregeling is een complexe uitzondering op de bijleenregeling die geldt bij verhuizen naar een goedkoper huis. Bij verhuizen geldt als hoofdregel dat voor het nieuwe huis geen renteaftrek mogelijk is tot het bedrag van de overwaarde die is behaald bij de verkoop van het oude huis. Die regel gold niet bij verhuizing naar een goedkoper huis. In de uitvoering is de regeling dermate complex gebleken (ook vanwege de mogelijke samenloop met andere uitzonderingen) dat is besloten om voortaan ook bij verhuizing naar een goedkopere woning de hoofdregel te volgen.
Voorbeeld
Stel dat Luc uit het eerste voorbeeld zijn appartement tot een bedrag van € 395.000 een lening is aangegaan (en de afsluitprovisie gewoon uit eigen middelen heeft betaald). Vervolgens verkoopt Luc zijn woning voor € 410.000. Hij behaalt dus een overwaarde van € 15.000. Dan koopt Luc een woning in Den Haag voor € 400.000. Volgens de hoofdregel van de bijleenregeling zou Luc de rente mogen aftrekken over een lening van max. € 385.000 (€ 400.000 - € 15.000). Op grond van de goedkoperwonenregeling mag hij echter de rente aftrekken over een lening van € 395.000 (gelijk aan de schuld voor zijn appartement op de Herengracht). Dat gaat vanaf 2010 veranderen. Dan kan Luc alleen nog de rente aftrekken voorzover hij de woning niet kan betalen uit de overwaarde die hij heeft behaald bij de verkoop van zijn appartement op de Herengracht. Hij mag dus de rente aftrekken over max. € 385.000.
Eigenwoningreserve van 5 naar 3 jaar
De eigenwoningreserve ontstaat uit de overwaarde als de (oude)
woning wordt verkocht en de verkoopopbrengst meer is dan de eigenwoningschuld
van die (oude) woning. De vijfjaarstermijn houdt in dat de eigenwoningreserve tot vijf jaar na verkoop van de woning fiscaal relevant blijft. Zowel de burger als de Belastingdienst moeten hier vijf jaar rekening mee houden. Deze termijn wordt bekort tot drie jaar.
Voorbeeld
Stel dat Luc uit het eerste voorbeeld zijn appartement verkoopt en vervolgens 3,5 jaar ontwikkelingswerk gaat doen in Tanzania. Als hij terugkomt moet hij volgens de huidige regels rekening houden met de overwaarde die hij bij de verkoop van zijn appartement heeft behaald. Dat hoeft vanaf 1 januari 2010 niet meer. Na drie jaar vervalt de eigenwoningreserve en begint hij weer met een schone lei.
Defiscaliseren monumentenvrijstelling overdrachtsbelasting
Deze vrijstelling wordt omgezet in een beter gerichte subsidie die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt verstrekt.
Verlagen BTW voor schilder- en stukadoorswerk
Het tijdelijke verlaagde tarief voor schilderen en stukadoren wordt structureel gemaakt en verruimd. Staatssecretaris De Jager versoepelt de voorwaarde: het huis hoeft slechts 2 jaar of ouder te zijn, dit was 15 jaar of ouder. Deze versoepeling treedt al in werking op 15 september 2009.
Deze maatregel sluit aan bij de sinds 1 juli 2009 geldende maatregel van een verlaagd BTW-tarief voor isolatiewerkzaamheden aan woningen.
Deze maatregel sluit aan bij de sinds 1 juli 2009 geldende maatregel van een verlaagd BTW-tarief voor isolatiewerkzaamheden aan woningen.
Verlagen BTW voor schoonmaakwerk in huis
Schoonmaakwerk in huis wordt onder het verlaagde btw-tarief van 6 procent gebracht. Professionele bedrijven krijgen met de btw-verlaging een betere kans op de particuliere markt en de arbeidsmarkt voor huishoudelijk werk wordt gestimuleerd.
Na tijdelijke verhuur weer hypotheekrenteaftrek
Vanwege de huidige economische situatie is het voor huiseigenaren soms moeilijker hun woning te verkopen en is verhuur een mogelijkheid. Als zij hun oude eigen woning verhuren en de verhuurperiode is voorbij, dan herleeft de hypotheekrenteaftrek voor deze woning. De hypotheekrente kan dan nog worden afgetrokken tot maximaal twee jaar na het kalenderjaar waarin de woning is verlaten.
De maatregel geldt voor 2010 en 2011. De Jager neemt met deze ingreep de belemmering weg dat na tijdelijk verhuren van de te koop staande voormalige eigen woning de hypotheekrenteaftrek definitief vervalt.
De maatregel geldt ook als de woning in 2008 of 2009 is verhuurd.
De maatregel geldt voor 2010 en 2011. De Jager neemt met deze ingreep de belemmering weg dat na tijdelijk verhuren van de te koop staande voormalige eigen woning de hypotheekrenteaftrek definitief vervalt.
De maatregel geldt ook als de woning in 2008 of 2009 is verhuurd.
In en om het huis
Dubbele hypotheekrenteaftrek na tijdelijke verhuur, een vereenvoudigde bijleenregeling en verlaagd btw voor schoonmaakwerk in huis en voor het schilderen en stukadoren van het huis. Het zijn eenvoudige en effectieve maatregelen die staatssecretaris De Jager neemt om het allemaal makkelijker te maken in en om het huis.
Loonstrookje
www.minfin.nl/belastingplan2010
Eenvoudiger loonstrookje voor werkgever én werknemer
Het loonstrookje wordt voor zowel werkgever als werknemer eenvoudiger. Er komt één loonbegrip voor loonbelasting/premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW). Nu worden nog verschillende definities en berekeningen gehanteerd. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris de Jager van Financiën, minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
'Dit is een historische stap. Er wordt al tientallen jaren geroepen om één loonbegrip. Ik ben verheugd dat we in deze kabinetsperiode de stap naar een veel eenvoudiger loonstrookje hebben kunnen zetten', aldus staatssecretaris de Jager.
Loonstrook
Voor de werknemer wordt de loonstrook eenvoudiger doordat deze korter en duidelijker wordt, de verschillende ingewikkelde tussenberekeningen tussen bruto- en nettoloon vervallen en de correcties bij meerdere dienstbetrekkingen komen te vervallen.
Forse vermindering administratieve lasten
Voor de werkgever zullen de administratieve lasten fors kunnen afnemen. Er is sprake van een administratieve lastenreductie van € 380 miljoen.
De lastenverlichting voor werkgevers wordt bereikt door de volgende maatregelen:
Eenvoudiger loonstrookje voor werkgever én werknemer
Het loonstrookje wordt voor zowel werkgever als werknemer eenvoudiger. Er komt één loonbegrip voor loonbelasting/premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW). Nu worden nog verschillende definities en berekeningen gehanteerd. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris de Jager van Financiën, minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
'Dit is een historische stap. Er wordt al tientallen jaren geroepen om één loonbegrip. Ik ben verheugd dat we in deze kabinetsperiode de stap naar een veel eenvoudiger loonstrookje hebben kunnen zetten', aldus staatssecretaris de Jager.
Loonstrook
Voor de werknemer wordt de loonstrook eenvoudiger doordat deze korter en duidelijker wordt, de verschillende ingewikkelde tussenberekeningen tussen bruto- en nettoloon vervallen en de correcties bij meerdere dienstbetrekkingen komen te vervallen.
Forse vermindering administratieve lasten
Voor de werkgever zullen de administratieve lasten fors kunnen afnemen. Er is sprake van een administratieve lastenreductie van € 380 miljoen.
De lastenverlichting voor werkgevers wordt bereikt door de volgende maatregelen:
- De verplichte inkomensafhankelijke bijdrage ZVW komt te vervallen. Daarvoor in de plaats komt ZVW werkgeversheffing die geen eigen premiegrens meer kent maar meeloopt met de premiegrens voor de werknemersverzekeringen;
- Doordat de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW wordt vervangen door een ZVW werkgeversheffing verdwijnt ook de inwikkelde teruggave van te veel betaalde ZVW premie bij meerdere dienstbetrekkingen;
- Het werknemersdeel WW-premie wordt helemaal afgeschaft en komt dus niet meer voor in de loonadministratie;
- Geen verschil meer tussen de loonheffing en premieheffing over bijtelling privégebruik auto en levensloopinleg en -opname;
- De franchise WW wordt afgeschaft. Voor de WW-premie hoeven hierdoor geen aparte gegevens meer bijgehouden te worden.Budgettair
De maatregelen in dit wetsvoorstel zijn budgettair neutraal voor de schatkist en lastenneutraal voor burgers en bedrijfsleven
Laag btw
www.minfin.nl/belastingplan2010
Staatssecretaris De Jager heeft zich in Brussel ingespannen voor de versoepeling van de regels voor btw. Mede daarom kunnen ondernemers btw die ze in het buitenland hebben betaald, straks terugvragen via de Nederlandse belastingdienst. Daarnaast gaat het verlaagde btw-tarief van 6 procent gelden voor een aantal nieuwe categorieën. Naast deze maatregelen worden twee btw-vrijstellingen aangepast.
Schilder- en stukadoorswerk
Het tijdelijke verlaagde tarief voor schilderen en stukadoren wordt structureel gemaakt en verruimd. Staatssecretaris De Jager versoepelt de voorwaarde: het huis hoeft slechts 2 jaar of ouder te zijn, dit was 15 jaar of ouder.
Deze versoepeling treedt al op 15 september 2009 in werking.
Digitale informatie
Steeds meer lesmateriaal verschijnt in digitale vorm. Daarom maakt staatssecretaris De Jager het makkelijker digitale educatieve informatie aan te schaffen. Het btw-tarief op bijvoorbeeld educatieve cd-roms gaat omlaag van 19 naar 6 procent. Ook cursussen op dvd en lesmateriaal op andere fysieke gegevensdragers vallen voortaan onder het verlaagde tarief. Tot dusver was het verlaagde BTW-tarief alleen van toepassing op boeken op schrift. Educatieve content die wordt gedownload valt niet onder dit verlaagde tarief omdat de Europese BTW-richtlijn dit niet mogelijk maakt. Luisterboeken komen wel onder het verlaagde tarief te vallen.
Schoonmaakwerk
Schoonmaakwerk in huis wordt onder het verlaagde btw-tarief van 6 procent gebracht. Professionele bedrijven krijgen met de btw-verlaging een betere kans op de particuliere markt en de arbeidsmarkt voor huishoudelijk werk wordt gestimuleerd.
Vervoer
Vervoer per tuktuk, motor- en fietstaxi wordt aantrekkelijker. Wie hier gebruik van maakt, hoeft voortaan geen 19 maar slechts 6 procent btw te betalen. Hiermee wordt vervoer via deze middelen gelijkgesteld met het vervoer per gewone taxi.
Aanpassing BTW- vrijstelling beroepsonderwijs
De huidige btw-vrijstelling voor het beroepsonderwijs wordt in overeenstemming gebracht met de Europese btw-richtlijn. Dit houdt in dat naast wettelijk geregeld beroepsonderwijs de btw-vrijstelling ook geldt als de beroepsopleiding wordt verstrekt door een erkende instelling die is ingeschreven in het Register Kort Beroepsonderwijs. Erkenning zal plaatsvinden door een onafhankelijk certificeringinstituut.
Uitbreiding BTW- vrijstelling jeugdzorg
De btw-vrijstelling voor het verlenen van jeugdzorg wordt uitgebreid. Voortaan zijn commerciële aanbieders van het verlenen van jeugdzorg ook vrijgesteld van btw. In de huidige situatie zijn alleen niet-winstbeogende instellingen vrijgesteld.
Staatssecretaris De Jager heeft zich in Brussel ingespannen voor de versoepeling van de regels voor btw. Mede daarom kunnen ondernemers btw die ze in het buitenland hebben betaald, straks terugvragen via de Nederlandse belastingdienst. Daarnaast gaat het verlaagde btw-tarief van 6 procent gelden voor een aantal nieuwe categorieën. Naast deze maatregelen worden twee btw-vrijstellingen aangepast.
Schilder- en stukadoorswerk
Het tijdelijke verlaagde tarief voor schilderen en stukadoren wordt structureel gemaakt en verruimd. Staatssecretaris De Jager versoepelt de voorwaarde: het huis hoeft slechts 2 jaar of ouder te zijn, dit was 15 jaar of ouder.
Deze versoepeling treedt al op 15 september 2009 in werking.
Digitale informatie
Steeds meer lesmateriaal verschijnt in digitale vorm. Daarom maakt staatssecretaris De Jager het makkelijker digitale educatieve informatie aan te schaffen. Het btw-tarief op bijvoorbeeld educatieve cd-roms gaat omlaag van 19 naar 6 procent. Ook cursussen op dvd en lesmateriaal op andere fysieke gegevensdragers vallen voortaan onder het verlaagde tarief. Tot dusver was het verlaagde BTW-tarief alleen van toepassing op boeken op schrift. Educatieve content die wordt gedownload valt niet onder dit verlaagde tarief omdat de Europese BTW-richtlijn dit niet mogelijk maakt. Luisterboeken komen wel onder het verlaagde tarief te vallen.
Schoonmaakwerk
Schoonmaakwerk in huis wordt onder het verlaagde btw-tarief van 6 procent gebracht. Professionele bedrijven krijgen met de btw-verlaging een betere kans op de particuliere markt en de arbeidsmarkt voor huishoudelijk werk wordt gestimuleerd.
Vervoer
Vervoer per tuktuk, motor- en fietstaxi wordt aantrekkelijker. Wie hier gebruik van maakt, hoeft voortaan geen 19 maar slechts 6 procent btw te betalen. Hiermee wordt vervoer via deze middelen gelijkgesteld met het vervoer per gewone taxi.
Aanpassing BTW- vrijstelling beroepsonderwijs
De huidige btw-vrijstelling voor het beroepsonderwijs wordt in overeenstemming gebracht met de Europese btw-richtlijn. Dit houdt in dat naast wettelijk geregeld beroepsonderwijs de btw-vrijstelling ook geldt als de beroepsopleiding wordt verstrekt door een erkende instelling die is ingeschreven in het Register Kort Beroepsonderwijs. Erkenning zal plaatsvinden door een onafhankelijk certificeringinstituut.
Uitbreiding BTW- vrijstelling jeugdzorg
De btw-vrijstelling voor het verlenen van jeugdzorg wordt uitgebreid. Voortaan zijn commerciële aanbieders van het verlenen van jeugdzorg ook vrijgesteld van btw. In de huidige situatie zijn alleen niet-winstbeogende instellingen vrijgesteld.
Stimulering DGA
De positie van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) is belangrijk. DGA’s zijn de drijvende kracht achter een belangrijk deel van ondernemingen in bv-vorm. Daarmee zijn ze, net als ondernemers in de inkomstenbelasting, van groot belang voor de Nederlandse economie. Staatssecretaris De Jager kondigt een aantal maatregelen aan om de positie van de DGA te verbeteren. Zo wordt het mogelijk om tijdens leven een aandelenpakket door te schuiven naar de opvolger. Met betrekking tot vermogen dat vanuit privé aan de BV ter beschikking wordt gesteld worden verzachtende maatregelen voorgesteld. En de gebruikelijkloonregeling vervalt als het gebruikelijk loon niet hoger is dan € 5000 per jaar.
Doorschuifregeling bij schenken en vererven aanmerkelijkbelangaandelen
Een belastingclaim mag geen hindernis zijn bij een bedrijfsopvolging. In de inkomstenbelasting wordt het mogelijk om bij schenking van een aanmerkelijk belang (meer dan 5% van de aandelen in een onderneming) gebruik te maken van een doorschuifregeling. Nu kan dat alleen bij het vererven van een aanmerkelijk belang.
Het invoeren van deze doorschuifregeling geeft uitvoering aan een breed gedragen wens van het bedrijfsleven.
De doorschuifregeling bij schenken van aanmerkelijkbelang-aandelen geldt alleen voor zover de bv waarvan deze aandelen worden doorgeschoven een materiële onderneming drijft. Dit vereiste gaat ook gelden voor de doorschuifregeling bij vererven van aanmerkelijkbelangaandelen. Voor bestaande situaties met houdstermaatschappijen waarvan in het kader van een bedrijfsopvolging de werkmaatschappij is overgedragen tegen schuldigerkenning wordt een overgangsmaatregel getroffen.
De doorschuifregeling bij vererven van aanmerkelijkbelang-aandelen is dus niet meer van toepassing bij beleggingsvermogen. Bij vererving van een aanmerkelijk belang zal er ter zake van het beleggingsvermogen moeten worden afgerekend. Een tegemoetkoming is opgenomen voor de situatie waarin kort na het overlijden het beleggingsvermogen wordt uitgekeerd in de vorm van dividend. Dit dividend wordt op verzoek niet belast, mits het dividend wordt afgeboekt op de verkrijgingsprijs van de krachtens erfrecht verkregen aandelen.
Voor de situatie waarbij de aanmerkelijkbelangaandelen worden overgedragen waarbij de tegenprestatie schuldig wordt gebleven door de verkrijger, wordt de betalingsregeling verruimd. Het hoeft niet langer te gaan om overdracht binnen de familiekring. Verder wordt een betalingsregeling ingevoerd in de volgende situatie. Ingeval niet de DGA zelf maar zijn houdstervennootschap de aandelen voor een lagere prijs dan de waarde in het economische verkeer overdraagt, wordt bij de DGA een dividenduitdeling geconstateerd. Dit is een regulier voordeel waarop de doorschuifregeling niet kan worden toegepast. Daarom wordt voor deze situaties geregeld dat voor de inkomstenbelastingheffing die samenhangt met de dividenduitdeling uitstel van betaling kan worden verkregen.
Verbetering terbeschikkingstellingsregeling
Een DGA die vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan zijn BV wordt daarvoor belast in box 1 van de inkomstenbelasting. De Jager verzacht deze al langer bestaande terbeschikkingstellingsregeling op een aantal punten:
Versoepeling gebruikelijkloonregeling
Een DGA die werkzaamheden verricht voor de bv valt onder de loon- en inkomstenbelasting. Voor de hoogte van het loon wordt uitgegaan van het zogenoemde gebruikelijk loon, de in de markt gebruikelijke beloning voor vergelijkbare arbeid. De gebruikelijkloonregeling is straks niet meer van toepassing als het gebruikelijk loon niet hoger is dan € 5000 per jaar. In deze gevallen hoeft er dan geen loonadministratie te worden opgezet, uiteraard tenzij de bv feitelijk loon betaalt.
Doorschuifregeling bij schenken en vererven aanmerkelijkbelangaandelen
Een belastingclaim mag geen hindernis zijn bij een bedrijfsopvolging. In de inkomstenbelasting wordt het mogelijk om bij schenking van een aanmerkelijk belang (meer dan 5% van de aandelen in een onderneming) gebruik te maken van een doorschuifregeling. Nu kan dat alleen bij het vererven van een aanmerkelijk belang.
Het invoeren van deze doorschuifregeling geeft uitvoering aan een breed gedragen wens van het bedrijfsleven.
De doorschuifregeling bij schenken van aanmerkelijkbelang-aandelen geldt alleen voor zover de bv waarvan deze aandelen worden doorgeschoven een materiële onderneming drijft. Dit vereiste gaat ook gelden voor de doorschuifregeling bij vererven van aanmerkelijkbelangaandelen. Voor bestaande situaties met houdstermaatschappijen waarvan in het kader van een bedrijfsopvolging de werkmaatschappij is overgedragen tegen schuldigerkenning wordt een overgangsmaatregel getroffen.
De doorschuifregeling bij vererven van aanmerkelijkbelang-aandelen is dus niet meer van toepassing bij beleggingsvermogen. Bij vererving van een aanmerkelijk belang zal er ter zake van het beleggingsvermogen moeten worden afgerekend. Een tegemoetkoming is opgenomen voor de situatie waarin kort na het overlijden het beleggingsvermogen wordt uitgekeerd in de vorm van dividend. Dit dividend wordt op verzoek niet belast, mits het dividend wordt afgeboekt op de verkrijgingsprijs van de krachtens erfrecht verkregen aandelen.
Voor de situatie waarbij de aanmerkelijkbelangaandelen worden overgedragen waarbij de tegenprestatie schuldig wordt gebleven door de verkrijger, wordt de betalingsregeling verruimd. Het hoeft niet langer te gaan om overdracht binnen de familiekring. Verder wordt een betalingsregeling ingevoerd in de volgende situatie. Ingeval niet de DGA zelf maar zijn houdstervennootschap de aandelen voor een lagere prijs dan de waarde in het economische verkeer overdraagt, wordt bij de DGA een dividenduitdeling geconstateerd. Dit is een regulier voordeel waarop de doorschuifregeling niet kan worden toegepast. Daarom wordt voor deze situaties geregeld dat voor de inkomstenbelastingheffing die samenhangt met de dividenduitdeling uitstel van betaling kan worden verkregen.
Verbetering terbeschikkingstellingsregeling
Een DGA die vermogensbestanddelen ter beschikking stelt aan zijn BV wordt daarvoor belast in box 1 van de inkomstenbelasting. De Jager verzacht deze al langer bestaande terbeschikkingstellingsregeling op een aantal punten:
- Een ter beschikking gesteld pand kan worden ingebracht in de bv zonder heffing van inkomstenbelasting (door middel van doorschuiving van de boekwaarde) en zonder de heffing van overdrachtsbelasting. Voorwaarde is dat de inbreng plaatsvindt in 2010;
- De terbeschikkingsteller krijgt een faciliteit die vergelijkbaar is met de MKB-winstvrijstelling;
- De terbeschikkingsteller krijgt recht op toepassing van de herinvesteringsreserve en de kostenegalisatiereserve;
- De betalingsfaciliteit voor de terbeschikkingstellingsregeling wordt versoepeld. Het vereiste dat de belastingschuldige over onvoldoende middelen beschikt om de belasting te voldoen, de zogenaamde vermogenstoets, vervalt.
Versoepeling gebruikelijkloonregeling
Een DGA die werkzaamheden verricht voor de bv valt onder de loon- en inkomstenbelasting. Voor de hoogte van het loon wordt uitgegaan van het zogenoemde gebruikelijk loon, de in de markt gebruikelijke beloning voor vergelijkbare arbeid. De gebruikelijkloonregeling is straks niet meer van toepassing als het gebruikelijk loon niet hoger is dan € 5000 per jaar. In deze gevallen hoeft er dan geen loonadministratie te worden opgezet, uiteraard tenzij de bv feitelijk loon betaalt.
Verruimen faciliteiten milieu- en energie-investeringen
De budgetten van de energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek worden structureel verhoogd. Investeringen in duurzame en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen worden dan nog meer gestimuleerd. De energie-investeringsaftrek (EIA) is bedoeld voor ondernemers die willen investeren in energiebesparende technieken en de toepassing van duurzame energie in hun onderneming. Dergelijke investeringen leveren dubbel voordeel op voor ondernemers. Niet alleen wordt bespaard op energiekosten, de ondernemer betaalt ook minder inkomsten- of vennootschapsbelasting doordat een belastingaftrek mogelijk is van bijvoorbeeld 44% van het investeringsbedrag in een duurzaam bedrijfsmiddel met een minimum van € 2.200 en maximum van € 115.000.000 in 2010.
Vergroten liquiditeit
Om de liquiditeit van ondernemers in zwaar weer te vergroten, voorziet De Jager in een aantal fiscale maatregelen om de liquiditeitspositie van het bedrijfsleven direct een impuls te geven.
Verruimen verliesverrekening
De Jager maakt een tijdelijke verruiming van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting (carry back) mogelijk. Dit houdt in dat de mogelijkheid tot huidige terugwenteling van verliezen van één jaar tijdelijk wordt verlengd tot drie jaar. In ruil hiervoor wordt dan de huidige voorwaartse verliesverrekening van negen jaar ingekort tot zes jaar. Deze maatregel gaat gelden voor de belastingjaren 2009 en 2010.
Verlenging versnelde mogelijkheid tot afschrijving
De tijdelijke regeling voor versnelde afschrijving wordt verlengd. Voor investeringen in bedrijfsmiddelen in 2009 was versnelde afschrijving al mogelijk. De Jager verlengt deze maatregel met 1 jaar. Dit betekent dat ook investeringen die gedaan zijn in 2010 in 2 jaar kunnen worden afgeschreven. (maximaal 50% in 2010 en maximaal 50% in 2011).
Verruimen S&O-faciliteiten
Werkgevers kunnen een afdrachtvermindering van loonbelasting krijgen voor werknemers die speur- en ontwikkelingswerk (S&O) verrichten. In de huidige situatie kan de S&O-inhoudingsplichtige een afdrachtvermindering van 50% toepassen op het totale S&O-loon tot een grens van van € 150.000. Voor het meerdere geldt een afdrachtvermindering van 18%. Voor het jaar 2010 wordt de grens van € 150.000 tijdelijk verhoogd tot € 220.000, waardoor een S&O-inhoudingsplichtige over een groter deel van het S&O-loon het verhoogde percentage afdrachtvermindering kan toepassen.
Verruimen verliesverrekening
De Jager maakt een tijdelijke verruiming van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting (carry back) mogelijk. Dit houdt in dat de mogelijkheid tot huidige terugwenteling van verliezen van één jaar tijdelijk wordt verlengd tot drie jaar. In ruil hiervoor wordt dan de huidige voorwaartse verliesverrekening van negen jaar ingekort tot zes jaar. Deze maatregel gaat gelden voor de belastingjaren 2009 en 2010.
Verlenging versnelde mogelijkheid tot afschrijving
De tijdelijke regeling voor versnelde afschrijving wordt verlengd. Voor investeringen in bedrijfsmiddelen in 2009 was versnelde afschrijving al mogelijk. De Jager verlengt deze maatregel met 1 jaar. Dit betekent dat ook investeringen die gedaan zijn in 2010 in 2 jaar kunnen worden afgeschreven. (maximaal 50% in 2010 en maximaal 50% in 2011).
Verruimen S&O-faciliteiten
Werkgevers kunnen een afdrachtvermindering van loonbelasting krijgen voor werknemers die speur- en ontwikkelingswerk (S&O) verrichten. In de huidige situatie kan de S&O-inhoudingsplichtige een afdrachtvermindering van 50% toepassen op het totale S&O-loon tot een grens van van € 150.000. Voor het meerdere geldt een afdrachtvermindering van 18%. Voor het jaar 2010 wordt de grens van € 150.000 tijdelijk verhoogd tot € 220.000, waardoor een S&O-inhoudingsplichtige over een groter deel van het S&O-loon het verhoogde percentage afdrachtvermindering kan toepassen.
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) met 29% verruimd
Staatssecretaris De Jager wil investeringen door ondernemers aanmoedigen. De KIA is bedoeld om investeringen van een beperkte omvang te bevorderen en is hierdoor vooral gericht op het midden- en kleinbedrijf. Er bestaat recht op KIA vanaf investeringen van € 2.200. Een maximale aftrek is voortaan mogelijk bij een investering van € 54.000 tót € 100.000. Tot een investeringsbedrag van € 300.000 is voortaan aftrek mogelijk. In de huidige situatie is een investeringsbedrag van € 240.000 het maximum voor het verkrijgen van aftrek. In de nieuwe situatie bedraagt bij een investering van € 50.000 de investeringaftrek € 14.000. In de huidige situatie is de aftrek € 10.500. Bij een investering van € 250.000 is geen aftrek mogelijk in de huidige situatie en in de nieuwe situatie bedraagt de aftrek € 3.780.
Gerichte zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek gaat voortaan hand in hand met winstinkomen. De zelfstandigenaftrek kan voortaan in de 9 daaropvolgende jaren alsnog verrekend worden met winst. De zelfstandigenaftrek wordt alleen verrekend met winstinkomen en niet meer met eventueel ander inkomen zoals loon of een VUT-uitkering. Zo komt de zelfstandigenaftrek – meer dan nu - terecht bij ondernemers die een succes maken van hun onderneming. Bovendien komen ondernemers met ander inkomen hiermee voor de ondernemersfaciliteiten in een vergelijkbare positie als ondernemers die geen ander inkomen hebben. Om het starten van een onderneming vanuit een dienstbetrekking te blijven stimuleren en te ondersteunen mogen starters net als nu gedurende drie jaar de zelfstandigenaftrek verrekenen met ander inkomen.
Verhogen MKB-winstvrijstelling
Staatssecretaris De Jager verhoogt de MKB-winstvrijstelling van 10,5% naar 12%. Het verhogen van deze vrijstelling verlaagt de marginale belastingdruk op behaalde winst. Bij een winst na toepassing van de ondernemersaftrek van bijvoorbeeld € 50.000 is vanaf 1 januari 2010 de eerste € 6.000 vrijgesteld (was € 5.250).
Deeltijdondernemer voortaan ook MKB-winstvrijstelling
De MKB-winstvrijstelling stelt een vast percentage van de winst vrij van belasting. Hiervoor geldt nu nog de voorwaarde dat wordt voldaan aan het urencriterium, een ondernemer moet minimaal 1225 uur ondernemen om voor de vrijstelling in aanmerking te komen. Deze voorwaarde vervalt.
Voortaan bestaat dus recht op de MKB-winstvrijstelling ongeacht het aantal uren dat aan een onderneming wordt besteed. Hybride ondernemers (mensen die naast een baan een onderneming hebben) en deeltijdondernemers (zonder baan ernaast) kunnen daardoor ook gebruik maken van de winstvrijstelling. Door het afschaffen van het urencriterium wordt het aantrekkelijker om een onderneming te starten in deeltijd of naast een baan.
De maatregel past daarmee in het kabinetsbeleid om de overgang van een uitkering of van een baan naar ondernemerschap makkelijker te maken.
Voortaan bestaat dus recht op de MKB-winstvrijstelling ongeacht het aantal uren dat aan een onderneming wordt besteed. Hybride ondernemers (mensen die naast een baan een onderneming hebben) en deeltijdondernemers (zonder baan ernaast) kunnen daardoor ook gebruik maken van de winstvrijstelling. Door het afschaffen van het urencriterium wordt het aantrekkelijker om een onderneming te starten in deeltijd of naast een baan.
De maatregel past daarmee in het kabinetsbeleid om de overgang van een uitkering of van een baan naar ondernemerschap makkelijker te maken.
Van octrooibox naar innovatiebox
Innovatie levert een belangrijke bijdrage aan de versterking van concurrentiepositie van Nederland. Nederland moet in de toekomst aantrekkelijk blijven voor ondernemingen met innovatieve activiteiten. Daarom verruimt staatssecretaris De Jager de mogelijkheden voor innovatieve ondernemers door het uitbreiden van de octrooibox. De octrooibox is zodanig hervormd dat deze ook een nieuwe naam krijgt: de innovatiebox.
De verruimingen op een rij
De verruimingen op een rij
- De grondslag in de innovatiebox wordt aanzienlijk verruimd. Voortaan vallen alle winsten behaald met innovatieve activiteiten onder het lage tarief. In de huidige situatie is het lage tarief alleen mogelijk bij winsten tot € 400.000. Dit maakt de box aantrekkelijk voor software en bedrijfsgeheimen.;
- Het tarief voor de vennootschapsbelasting voor innovatieve activiteiten wordt verlaagd van 10% naar 5%.;
- Verliezen op innovatieve activiteiten worden aftrekbaar tegen het normale tarief van 25,5% in plaats van het verlaagde tarief.
Meer ondernemen
Meer ondernemen
Ondernemers zijn de motor van onze economie. Staatsecretaris De Jager wil ondernemerschap bevorderen en daarbij ook het starten en doorgroeien van ondernemingen stimuleren. De Jager kondigt in het Belastingplan 2010 een groot aantal fiscale maatregelen aan om ondernemerschap aantrekkelijk te maken en te houden.
Ondernemers zijn de motor van onze economie. Staatsecretaris De Jager wil ondernemerschap bevorderen en daarbij ook het starten en doorgroeien van ondernemingen stimuleren. De Jager kondigt in het Belastingplan 2010 een groot aantal fiscale maatregelen aan om ondernemerschap aantrekkelijk te maken en te houden.
Abonneren op:
Reacties (Atom)